Goed zo, er is cultuurcontentement in mijn dorp. Erfgoed, bibliotheek en cultuurcentrum scoren ruim boven het vlaamse gemiddelde. Hoera, bravo en van herten geproficiateerd. De deskundigheid van de diensten kan alleen maar toegejuicht worden. Heel anders is het evenwel gesteld met het beleid naar de lokale (amateur)kunstenaar toe. Er mag dan wel een doorlichting van de sector zijn geweest, als met dat dossier weinig of niets gebeurt, is het een maat voor niets, een wel zéér gemiste kans. Toegegeven, na jaren aandringen is er eindelijk een cultuurprijs. Maar als het welslagen der toekenning van een prijs in de eerste plaats afhangt van wie er in de jury zetelt, is er iets grondig mis. Een jury van vriendjes (en vriendinnetjes) kijkt niet naar aspecten als grensverleggend en baanbrekend, wat steevast leidt tot het abces 'onnodige ernst'. Dergelijke dingen zouden zonder narcose weggesneden moeten worden. Maar, de jury en bij uitbreiding het voltallige bestuur van de culturele raad zullen wél getrild hebben van opwinding... Dat heb je met oudere jongeren, regelneven, clichémannetjes en humorloze moraalridders, de testbeelden van lang vervlogen televisiedagen. Wie kritisch is omwille van hun doen en (vooral) laten, wordt meteen bepostzegeld als anarchist om zo persona non grata te worden verklaard. 'Vive ma liberté' pleeg ik dan te schreeuwen. Jullie niet, want jullie zijn niet vrij. Jullie knikken goedkeurend na. Jullie zijn het immer roerend eens met het beleid. Door het decennialange zetelen zijn jullie loom geworden, de strijdbaarheid is uitgegomd, behalve als het gaat om een of ander (onder)voorzitterschap. Broederlijke eensgezindheid is goed, zolang die maar niet principiëel is.
JV
Geen opmerkingen:
Een reactie posten